De Sint Bernardus Abdij in Aduard
Afbeelding 2:
Opengewerkte perpectivische reconstructie van de abdijkerk II Tekening W.J. Berghuis |
In de loop der jaren zijn door degenen, die zich met de historie van het klooster hebben beziggehouden, meerdere mogelijke bestemmingen geopperd, zoals refter (eetzaal), ziekenzaal, voorraadschuur, waag.
En dan waren er t.a.v. de mogelijkheid van refter en ziekenzaal nog de vragen: die van de monniken of die van de conversen. Want in de Cisterciënzer kloostergemeenschappen bestond een zeer duidelijk onderscheid tussen monniken en lekenbroeders: iedere groep had zijn eigen voorziening. Dus twee eetzalen, twee ziekenzalen, twee slaapzalen, enz. Er was één Abdijkerk, maar wel met een schot verdeeld in een monniken- en een conversengedeelte, met voor iedere groep een eigen ingang.
Alle kloostercomplexen van de Cisterciënzers werden in principe gebouwd volgens hetzelfde stramien en het complex te Aduard, immers gewijd aan de heilige Bernardus van Clairvaux, zal als uitgangspunt genomen hebben de indeling van Clairvaux (in de periode 1224-1240 ging een lekebroeder met zijn zoon daar naar toe om de maten van de gebouwen op te meten), maar architectonische vrijheden waren niet te vermijden. Normaal was: monniken in het oostelijke gedeelte van het complex, de conversen westelijk van de kloosterhof.
Afbeelding 3:
Ideaalplan van een Cisterciënzer klooster |
Het gebouw in Aduard ligt meer westelijk dan oostelijk van de kloosterhof, dus dat wijst op een gebouw voor de conversen.
Afbeelding 4:
Gereconstrueerde plattegrond van het klooster Aduard. |
In 1920 vond men tijdens de ingrijpende renovatie (van 1917-1928), toen men de in de voorgaande tijden verhoogde vloer in het gebouw afgroef en weer een meter verlaagde tot de huidige situatie, de prachtige tegelvloer, die nu in de voorhof herstraat is.
Afbeelding 5:
De opgegraven tegelvloer op de oorspronkelijke plaats |
Oorspronkelijk lag deze vloer in het midden van de kerk ter hoogte van de grote doorgangsboog aan de noordzijde. De punt van het (Lotharingse) kruis wees naar het oosten, naar de achterzijde van wat nu als kerkgedeelte gebruikt wordt.
Afbeelding 6:
Tekening van de tegelvloer |
Toen men bij opgravingen in december 1940 een groot riool vond, met aansluitend een riool, komend van onder de voorhof, het voorste gedeelte van de kerk, durfde men met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te stellen: dit gebouw moet een ziekenzaal geweest zijn, want daar zijn latrines en daar heb je een afvoerriool voor allerlei spullen nodig.
Afbeelding 7:
Riolering aan de noordzijde van de Hervormde kerk Gezien uit het oosten. Opname 1941 |