Presentatie van nieuw kinderboek in Abdijkerk

(Uit: Westerkwartier, dinsdag 25 mei 1999)

ADUARD - De stichting Oude Groninger Kerken en Museum Sint Bernardushof hoefden er geen seconde over na te denken waar op Nationale Voorleesdag '99 de presentatie van een. nieuw kinderboek zou worden gehouden. Natuurlijk in de Abdijkerk, de ziekenzaal van het vroegere Sint Bernardusklooster. Want in dat klooster speelt zich de spannende geschiedenis af die wordt beschreven in 'Focke en het geheim van Magnus' van de schrijfster Martine Letterie. De stichting Oude Groninger Kerken en de stichting Museum Sint Bernardushof nodigde kinderen en ouders uit om aanwezig te zijn bij de presentatie in Aduard van 'Focke en het geheim van Magnus' afgelopen woensdagmiddag.

Gedurende de middag was er naast de presentatie van het kinderboek 'Focke en het geheim van Magnus' een voorleeswedstrijd en de aanbieding van door leerlingen van scholen gemaakte relieken. Het geheel werd opgeluisterd door bet kinderensemble De Truwanten.

Focke en het geheim van Magnus

Lang geleden, in de tijd van Karel de Grote, behoorden de Groninger ommelanden tot de Friese landen, die aan deze koning onderhorig waren. In die tijd was heel Europa nog niet tot het christendom bekeerd. Toen Rome door de barbaren belegerd werd, vroeg Paus Leo III Karel de Grote om hulp. Die liet al zijn landen troepen zenden. De zeven Friese landen stuurden ieder duizend man. De Harlinger Magnus Fortema was aanvoerder van deze troepen. Karel de Grote vond de Fries/Groningse troepen dapper, maar niet echt belangrijk. Daarom liet hij hen in de frontlinie vechten. Als ze wonnen, had hij geluk. Als ze veel mannen verloren, zou er niemand om hen treuren. Magnus deed het onmogelijke: hij veroverde met zijn troepen Rome.

De sleutels van de stad gaf hij pas aan Karel, toen die hem de eeuwige vrijheid voor alle Friese landen beloofde. Als bewijs hiervan nam Magnus een document mee naar huis, dat door Karel de Grote en de paus ondertekend was. Na de dood van Magnus worden het document, de vlag waarmee Magnus de strijd aanvoerde, de gouden halsband die hij van Karel kreeg en zijn arm gebalsemd in een kistje, als relikwieeën bewaard. Deze relikwieën zijn het bewijs van de vrijheid van de zeven Friese landen.

Zeshonderd jaar later, in 1398, zijn ze hard nodig. Friesland heeft zich al onderworpen aan de graaf van Holland. De Groninger ommelanden worden verscheurd door de strijd tussen twee partijen: De Vetkoopers en de Schieringers. De eersten willen zich overgeven aan het gezag van de graaf van Holland. De laatsten willen de vrijheid voor de Groninger ommelanden koste wat kost behouden. Hier begint het eigenlijke verhaal.

Focke is de zoon van Eppo van Nittersum, aanvoerder van de Schieringers. Hij wordt door zijn vader naar het Sint Bernardus klooster in Aduard gebracht voor een priesteropleiding. Daar raakt hij toevallig in een spannend avontuur verzeild. Eppo's mannen vragen de abt van het klooster om hulp. Eppo wil de relikwieën van Magnus aan zijn troepen tonen. Dat zal ze de kracht geven, om de Vetkoopers te verslaan. De abt stuurt de niet al te snuggere monnik Tammo op weg om de relikwieën op te sporen. Ze liggen verborgen in verschillende kerken verspreid over het Groningse platteland. Focke's leermeester Broeder Everhard komt erachter dat Tammo deze opdracht heeft gekregen. Everhard heeft weinig vertrouwen in Tammo's kunnen en hij vraagt Focke onopvallend zich bij Tammo aan te sluiten. Tammo moet immers eerst Focke naar Rodeschool brengen, waar bet klooster een school heeft. Hij geeft Focke een gedicht mee, waarin aanwijzingen staan over de plaatsen waar de relikwieën verborgen zijn. is het begin van een avontuurlijke reis over het besneeuwde Groningse platteland.

Focke en Tarnmo worden gevolgd en zelfs een keer overvallen... Uiteindelijk mondt hun opdracht uit in een veldslag in de kerk van Westeremden. En Focke? Die ontdekt gaandeweg hoe hij zijn leven wil invullen.

Martine Letterie (1958) woont in Achterhoek en is moeder van drie kinderen. 'Focke en het geheim van Magnus' is haar derde historische kinderboek. Eerder schreef ze 'Het schorriemorrie van de Pruk' (1996) en 'Ver van huis' (1998). Deze boeken zijn allebei gebaseerd op haar eigen stamboom. In het eerste boek leiden twee van haar voorouders een inbrekersbende in Den Haag. In het tweede lezen we over twee meisjes Letterie die naar de koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid in Frederiksoord worden 'opgezonden'.

Letterie heeft Nederlands in Utrecht gestudeerd en daarna lesgegeven aan uiteenlopende schooltypen: Mavo, havo, vwo, meao en pabo. Van 1990-1993 was ze lid van de Griffeljury. Ze heeft meegewerkt aan een aantal schoolboeken en aan tijdschrift Bumper. Van het tijdschrift Tikker is ze redacteur geweest. In 1997 en 1998 maakte ze lesbrieven in opdracht van het NBLC. In 1998 coördineert en redigeert Letterie de bundel 'Blijven voorlezen' die verschijnt bij de Nationale Voorleesdag. Nu schrijft ze naast haar kinderboeken als freelance publiciste over kinderboeken. Ze werkt onder andere mee aan de lessuggesties voor de 'Jonge Jury', schrijft nawoorden voor de 'Jonge Lijsters' en teksten voor educatieve software.

Terug naar Aduard in het Nieuws