(Dagblad van het Noorden, vrijdag 26 maart 2004)
Sla een willekeurige gemeentegids open en men wordt geconfronteerd met pagina’s vol namen van verenigingen. Van rederijkers- en biljartclubs tot muziek- en sjoelverenigingen. Deze verenigingen worden kleiner door een afnemende belangstelling. Tijd om er wekelijks eentje onder de loep te nemen. Deze keer: de Vereniging van Volkstuinders in Aduard.
Naam: Vereniqinq van Volkstuinders Aduard
Aantal leden: 13
Bijzonderheid: lief-en leedpot
Door Shyra Huetinq
Een echte doelstelling hebben ze niet. Of het zou moeten zijn dat een ieder er naar streeft lekkere verse groente van de tuin te halen. Maar de leden van de Vereniging van Volkstuinders in Aduard zitten er niet mee. Ze komen één keer per jaar officieel bijeen. Dat is genoeg om de kas te controleren en de verhuur van de grond te bespreken. Verder treffen ze elkaar bijna dagelijks ‘op de tuin’.
De Vereniging van Volkstuinders in Aduard behoort tot de kleinere verenigingen. Ze bestaat uit welgeteld dertien leden, voornamelijk mensen die het werkproces achter de rug hebben, mobiel zijn en sociaal contact op prijs stellen. Gezamenlijk wieden ze het onkruid van de vette klei en scharrelen ze tussen perkjes vol bieten en kolen. Behalve tegen hun plantjes praten ze ook met elkaar: over blauwe boontjes die tijdens het koken groen worden bijvoorbeeld, en over hoe goed de rode bieten het deze keer doen.
De tuinders huren voor een appel en een ei een lapje grond van de gemeente Zuidhorn. Het voikstuincomplexje ligt op een beschutte plek achter het kerkhof en ademt rust. Er staan geen schuurtjes of houten zomer- verblijven zoals je in de Randstad langs spoorbanen nog wel eens ziet. De dertien volkstuinders van Aduard trekken derhalve altijd met de schoffel aan het stuur van de fiets of de schop op de nek tussen huis en tuin op en neer. Dertien tuinen zijn nu in gebruik; twee liggen er braak en wachten op liefhebbers met groene vingers.
Penningmeester Bé Postmus zit sinds een jaar ‘op’ de Aduarder voikstuin. Zijn genoegen groeit als het ware met de dag, hoewel het spitwerk in de zware klei nog wel eens tegenvalt. Vol trots verhaalt hij over zijn wortels en snijbonen, aardappelen en Canadese mais. Het spul wordt vertroeteld met compost ‘van het huis’ en gedroogde koemest op zijn tijd. Behalve met de tuin houdt hij zich ook bezig met het geld. Dat betekent de huur voor de tuinen, en het beheer van een potje voor ‘lief-en-leed’. Daarmee wordt overigens niet een tegenvallende oogst vergoed, of een courgette van buitengewone vorm of maat feestelijk mee beloond.
Contactpersoon van de Vereniging Volkstuinders Aduard is penningmeester Bé Postmus, tel- 050-5711164.
Kent u ook een vereniging die het waard is geportretteerd te worden in Regiowijzer? Meldt het de redactie van Dagblad van het Noorden. Bel 050-5844142 of mail naar nmgroningen@dvhn.nl
(Foto ontbreekt: Bé Postmus uit Aduard, aan het werk in zijn volkstuin)