(Dagblad van het Noorden, vrijdag 5 maaart 2004)
Het landschap van het Westerkwartier is Groningen in optima forma. Weidse landerijen, prachtige boerderijen en middeleeuwse kerkek. Fietsen is er vooral omdat de laatste jaren veel vrijliggende fietspaden zijn aangelegd. Daarom besluit ik mijn neus achterna te fietsen, en daarbij zoveel mogelijk gebruik te maken van die fietspaden.
Het eerste deel voert langs een gebied dat van oudsher tot het Westerkwartier behoorde - het Reitdiep vormde de grens tussen Westerkwartier en het Hogeland. Sinds de herindeling van 1990 horen Ezinge en omgeving echter bij 'Hogelandgemeente' Winsum.
Door Geert Job Sevink
Mijn tocht begint bij het Van Starkenborghkanaal. Niet ver van Dorkwerd, bij de Paddepoelbrug, loopt de Paddepoel sterweg richting Wierumerschouw. Halverwege ligt het voormalige wierdedorpje Wierum waar nu nog maar weinig meer van te zien is. Waar de weg het Reitdiep ontmoet, ligt Wierummerschouw, twee huizen en een boerderij. Steek de brug over het Reitdiep over en sla direct daarna rechtsaf, een landweggetje in. Na nog geen honderd meter staat rechts van de weg een paal met daarop niet minder dan vier borden: bovenaan de tekst Dus niet brommen, daaronder Fietspad, daaronder een rond blauw bord met twee kalfies erop en daar weer onder een bord met de tekst Vee niet storen. Naar dat laatste bord was ooit een rubriek genoemd die vele jaren wekelijks in Nieuwsblad van het Noorden verscheen. Helaas is het pad erachter van verse schelpen voorzien, zodat fietsen onmogelijk is. Even verderop liggen gebroken betonplaten, oncomfortabel, maar fietsen is weer mogelijk.
Het pad komt uit op een asfaltweg richting Oostum. Oostum is ook al zo’n voormalig gehucht op een wierde, dat bestaat uit een robuuste middeleeuwse kerk en twee huizen. Een stukje voorbij Oostum linksaf, het vrijliggende fietspad op. Dit fietspad is nog zo nieuw dat het op mijn kaart wordt aangeduid als ‘in aanleg’. Het pad stuit op het Aduarderdiep en buigt af naar rechts. Even verderop ligt een gloednieuwe fietsbrug over het Aduarderdiep. Steek de fietsbrug en de weg aan de andere kant over, en vervolg over het vrijliggende fietspad. Al snel verschijnen de wieken van de fraaie molen Joeswerd, die bij Feerwerd ligt. Als het fietspad uitkomt op een asfaltweg, rechtsaf richting Feerwerd. Op een T-splitsing linksaf en op de hoofdweg rechtsaf, om even langs de molen te gaan. Je kunt er op donderdag-, vrijdag en zaterdagmiddag vele soorten meel kopen, en voor de wat meer gemakzuchtige broodbakkers zijn er diverse smakelijke broodmixen verkrijgbaar.
Even verderop ligt een bruggetje dat de toegang vormt tot het sfeervolle dorp Feerwerd. In het water van het Oldehoofsche Kanaal ligt een plezierjacht met de eenvoudige naam 13e Boot 11. Steek linksaf de brug over, het dorp in. Je kunt er gemakkelijk een rondje fietsen, en dat is de moeite waard ook. De vroeger bloeiende middenstand is tegenwoordig beperkt tot een smederij. een fietsenzaak en twee galeries. Neem aan de andere kant van het dorp de weg richting Aduarderzijl, en sla een meter of honderd verderop een slingerend en hobbelig fietspad in: het Lucaspad, dat naar Ezinge leidt. In Ezinge besluit ik wat te drinken te kopen bij een rijdende winkel. De winkelier geeft blijk van een gedegen kennis van zijn klandizie. “Kijk, die vrouw daar”, knikt hij. “Ze is 82 en heeft drie weken geleden nieuwe hartkleppen gekregen. Maandag werd ze geopereerd, vrijdag was ze al weer thuis!” Als ik haar even later groetend voorbij fiets, krijg ik een vrolijk ‘Moi!’ terug.
In de Torenstraat in wierdedorp Ezinge staat Museum Wierdenland, dat de ontstaansgeschiedenis van Noord-Groningen als onderwerp heeft. Steek bij café ‘t Haventje de brug over en sla rechtsaf, richting Saaksum. Op de T-splitsing (rechtsaf naar Saaksum) rechtdoor, opnieuw een fietspad op dat het 0ldehoofsche Kanaal volgt. In een scherpe bocht naar links staat een rolpaal langs het Oldehoofsche Kanaal, die een druk trekschuitverkeer doet vermoeden, in een grijs verleden. Het pad, Blindeweg geheten, komt uit op de weg van Den Ham naar Oldehove. Sla daar ik rechtsaf naar Oldehove. Volg het bord ‘centrum’, sla in de Molenstraat rechtsaf de T.P. Oosterhoffstraat in, linksaf de Wilhelminastraat in en op de Buitensingel nog eens linksaf, richting Niehove. Niehove is misschien wel het mooiste dorp in het Westerkwartier. Naar het schijnt is het een schoolvoorbeeld van een ‘radiale wierde’. Het is dan ook een beschermd dorpsgezicht. Pal in het midden staat een fors uitgevallen kerk, met daar omheen een straat waaraan de meeste huizen staan, In dorpshuis annex café Eisseshof is zelfs een oude schoolplaat te zien, waarop Niehove wordt afgebeeld als voorbeeld van een wierdedorp.
Blijkens een bord naast het café is Niehove ouder dan de jaartelling en beslist veel ouder dan Oldehove. De naam Niehove ontstond ook pas in de vijftiende of zestiende eeuw. Voordien heette het dorp Suxwort en was toen het belangrijkste dorp op het waddeneiland Humsterland,
Verlaat Niehove via de weg Tilstok, die even verderop verandert in een vrijliggend fietspad. Als je achterom kijkt, heb je een prachtig uitzicht op Niehove. Het fietspad komt uit op de Heereburen. Sla daar rechtsaf, om even verderop weer linksaf te slaan, opnieuw een fietspad op. Rechts zie ik de hoge fakkel van de gasopslag bij Kommerzij1. Dan eerste links, richting Balmahuizen. Daar zie ik aan de zijkant van een boerderij een verbazingwekkend hoog hek. Als ik door het gaas tuur, kijken twee paar kraaloogjes mij aan: kangoeroes! Kennelijk heeft melkveebedrijf Leijsen, zoals een flink bord vermeldt, meer dan alleen koeien op stal.
Sla linksaf richting Oldehove/Ezinge. Bij de Jensemaweg rechtsaf. In een bocht naar links rechtdoor, een fietspad op dat naast een landweg ligt. Even verderop staat een hek langs het pad, met een wegwijzer die verwijst naar Den Ham en de Borg Piloersema, die schuilgaat tussen de bomen. Ik rij door en kom vanzelf terecht op de Spanjaardsdijk Noord. Bij het Van Starkenborghkanaal maakt de weg een scherpe bocht naar rechts. Sla daar linksaf, een fietspad op dat langs het kanaal loopt. Het fietspad gaat even voor Aduard (dat aan de overzijde van het kanaal ligt) weer over in een autoweg, die het kanaal blijft volgen. In Aduard is kloostermuseum Sint Bernardushof zeer de moeite waard. Het handelt over de tijd dat Aduard de belangrijkste plaats ten noorden van Groningen was, dankzij het machtige klooster dat er was gevestigd.
Blijf aan de noordzijde van het Van Starkenborghkanaal fietsen, passeer de ‘Steentil’ over het Aduarderdiep en even verderop de brug over het Reitdiep, om vervolgens via een fietspad weer te belanden op het uitgangspunt.