Boren naar sporen in Aduard

(Dagblad van het Noorden, woensdag 21 mei 2003)

Door Wim jassies

ADUARD - Bijna overal in Aduard zijn, voor wie er oog voor heeft, kleine sporen te vinden van de vroegere gracht rond het voormalige St. Bernardusklooster van de cisterciënzer monniken. Een slootje, een vijvertje, veel hoeft het niet te zijn. De helft van het tracé is in grote lijnen bekend. Alleen wat het noordelijke gedeelte betreft, tast men vanwege de intensieve bebouwing daar wat in het duister. Maar de mensen van de Stichting Kloostermuseum St. Bernardushof wilden al lange tijd weten hoe die gracht precies heeft gelopen, hoe diep hij was en hoe breed.

Uiteindelijk heeft archeoloog/historicus Jan Delvigne uit Ezinge - die zich al vaker heeft ingezet voor tentoonstellingen voor dit museum - er een onderwijsproject van gemaakt. Met 21 eerstejaars studenten archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen is hij gistermorgen begonnen om op zes locaties in Aduard een serie grondboringen te verrichten die het antwoord op vele vragen zullen moeten geven.

Muur

De stellige verhalen willen dat het in 1580 tijdens de Tachtigjarige Oorlog verwoeste klooster werd beschermd door een muur van minstens één meter dik en een meer dan twintig meter brede gracht; aan de oostkant was zelfs sprake van een dubbele gracht. Wat Davien Vonk van de kloostermuseum - en anderen met haar- nou graag zou willen is om in de riante tuin achter het historische pand op een of andere manier aan te geven waar muur en gracht precies waren. Een andere wens van haar is, maar de gemeente heeft daar volstrekt geen oren naar, om het voormalige Binnendiep weer open te graven. Deze waterloop stond, evenals trouwens de kloostergracht, in verbinding met de - ook deels gegraven - waterloop de Lindt, die weer aansloot op het op gezag van de monniken gegraven Aduarderdiep.

De kloostergracht is met name in de jaren veertig gedempt. Want oude dorpelingen herinneren zich nog dat er tot die tijd nog boten door de gracht voeren om goederen naar een van de voormalige korenmolens te brengen.

De grondboringen lieten gisteren al meteen resultaten zien. In het opvullingsmateriaal, klei, werden kleine stukjes puin, schelpen, mortel gevonden. In de natuurlijke kleibodem, vanwege de opslibbing van het land, zaten stukjes riet. Alles werd genoteerd en in kaart gebracht. Delvigne gaf in de open lucht college en dat wel op zo'n manier - dat die interessante geschiedenis van dat tot de verbeelding sprekende klooster ging leven.

"En straks vinden we alles in een wetenschappelijk rapport terug', aldus Davien Vonk. "Tot dusverre was alles gebaseerd op verhalen en dergelijke, nu krijgen we de wetenschappelijke bewijzen."

(Foto's ontbreken: Studenten van de Groningse universiteit nemen grondmonsters (links) en onderzoeken die (rechts) op de plek waar de gracht van het voormalig klooster van Aduard moet hebben gelopen.
© DvhN/Jan Zeeman)

Terug naar inhoudsopgave Mei