(Dagblad van het Noorden, vrijdag 20 september 2002)
De Zomertoer 2002 maakte veel los. Zowel bij abonnees in de bus als bij abonnees thuis. Iedereen leefde mee en keek uit naar de blauwe Zwitserse postbus. Waar ging de reis die dag heen? Welke route reed de bus? En wat zag het gezelschap onderweg? Lezers waren verrukt over de vele onbekende plekjes. Daarom, op veler verzoek, de Zomertoer tochtjes herhaald. Wegens succes geprolongeerd. Om nog een keer te genieten, in de auto of op de fiets. Dit keer de route door het oudste cultuurlandvan Groningen, het Humsterland.
Door Cees Stolk
Ten noorden van Aduard ligt een oud land. Het oudste land van Groningen, het Humsterland. Cultuurland weliswaar maar van een wondermooie schoonheid. Wie fietst, wandelt of rijdt in het Reitdiepdal blikt eeuwen terug. Het gebied rondom is 2500 jaar continu bewoond geweest. Rond 600 voor Chr. streken de eerste bewoners neer op de kwelderwallen. De mens is er sindsdien nooit meer weg gegaan en heeft er zijn sporen achtergelaten. Hij wierp wierden op, bouwde er kerken en ging er wonen.
De reis door de tijd begint in Zuidhorn bij hotel In 't Holt en voert via Briltil naar Faan, een gehuchtje van amper 100 inwoners, maar berucht om zijn massaproces in 1731 tegen 35 van homoseksualiteit beschuldigde inwoners. Het merendeel van de beklaagden werd schuldig bevonden en na marteling op 24 september opgehangen. Het verhaal gaat dat ieder jaar op die dag de lucht boven Faan bloedrood kleurt.
Via een omweg wordt koers gezet naar Aduard. Neem de Fanerweg naar Enumatil, kruis het Hoendiep (gegraven omstreeks 1576 ten behoeve van militair vervoer naar Friesland) en rij over de Westerdijk naar Den Horn, steek de Friese Straatweg over en beland in het epicentrum vanmiddeleeuws Noord-Nederland: het St. Bernardusklooster.
De cisterciënzer monniken bouwden een enorm complex waar alleen nog de ziekenzaal (nu in gebruik als n.h. kerk) van over is. Het kloostermuseum (open tot l nov. van dinsdag t/m zaterdag van 10-17.00 uur) schuin tegenover vertelt van de rijke historie van de abdij, die in de Middeleeuwen tweederde van de landbouwgrond in Groningen bestierde, een eigen handelsvloot bezat en het Mekka was van wetenschap en cultuur. Humanisten als Wessel Gansfort en Rudolf Agricola studeerden er en als de laatste langer geleefd had, was hij beroemder dan Erasmus geworden, zo meent nep-monnik Kuno Binnendijk stellig. Hij leidt in het kloostermuseum op verzoek met medebroeder Ies de Boer rond door de tijd.
Boven Aduard, ten noorden van het Van Starkenborghkanaal, ontvouwt zich het Toscane van het Noorden: middeleeuwse kerkjes, wierden als hopen klei als het ware lukraak neergeworpen. Eens telde Groningen 650 van zulke wierden, slechts 46 bleven gaaf en onafgegraven. Een must op deze tocht is een nagemaakt middeleeuws kerkje van boer Albert Harkema. Volg na het Van Starkenborghkanaal de bordjes 'Kerkje Harkema' en zie wat een eenvoudige veeboer met eigen handen bouwde. De 12.000 bakstenen haalde hij uit België, de glas-in-lood ramen maakte een hobbyist uit Stadskanaal voor hem, de dominee uit IJhorst bood hem het orgel aan en de vrijgemaakten uit Zuidhorn gaven de zwarte collectezakken. In het 'kerkje van Harkema' kun je kerken, mediteren, orgelspelen of gewoon 'op visite komen'. Want boer Harkema houdt van gezelligheid en mag graag vertellen.
De tocht vervolgt naar Feerwerd waar rolpalen langs het Oldehoofsche kanaal herinneren aan de tijd van de trekschuit. Langs die palen schuurde de jaaglijn waardoor de boot beter kon laveren en de bocht kon nemen. Rij door het dorpje naar Aduarderzijl, een van de schansen rond Groningen. Hier vond in 1593 een bloedige veldslag plaats tussen Staatse troepen en Spanjaarden. Prins Maurits verjoeg er de Spanjaarden en in 1672 sloeg de bisschop van Munster, Bommen Berend, hier op de vlucht. De Stadjers hebben er een vrije dag aan overgehouden, 28 augustus.
Verlaat Ezinge oostwaarts richting Feerwerd, maar sla na enige honderden meters rechtsaf bij het antieke bordje Fransum. De Zuiderweg kronkelt door het landschap. In een bocht in de weg wijst een doodlopende weg naar Fransum, een gehucht van niks. De dominee is hier allang vertrokken. De laatste voorganger preekte er in 1965 en constateerde toen dat nu een 'doodse verlatenheid' zou neerdalen over Fransum. Wie het 13e eeuwse kerkje binnenstapt hoopt net als Nina in het gastenboek dat het 'hier nog lang vredig mag zijn'. Dat zal niet aan het kerkhofje liggen. Op een grafzerk is de onberijmde psalm-tekst gebeiteld: "Wij brengen onze jaren door als een gedachte." Zo'n regel op zo'n tocht stemt tot nadenken. De automobilist dient na die meditatie om te keren, de fietser kan in Fransum dromend verder fietsen over stille paden naar stille wierden.
(Foto ontbreekt: Het kerkje van Ezinge waar de archeoloog prof. Van Giffen zoveel beroemde vondsten deed bij het afgraven van de wierde.
© DvhN/Jan Zeeman)
(Foto ontbreekt: In Fransumn heerst een 'doodse verlatenheid' zoals de laatste dominee in zijn laatste preek zijn gevoel liet spreken.
© Archief DvhN)