Oude tijden herleven in klooster van Aduard

(Dagblad van het Noorden, donderdag 25 april 2002)

Door Shyra Hueting

ADUARD-Nietsvermoedende passanten zullen gisteren raar opgekeken hebben in het centrum van Aduard. Voor de deur van het oude klooster staat een groep monikken, gekleed in het witte habijt, de zwarte scapulier en leren riem van de Cisterciënzer orde. Oude tijden lijken even te herleven. Het gezelschap is in afwachting van een groep kinderen.

Met een devote blik in de ogen schrijden broeder Kuno en broeder Ysebrand voort. In hun kielzog volgen andere monniken in Cisterciënzer kledij, terwijl de kloostergezang op de achtergrond klinkt. Ze zijn er k1aar voor: de ontvangst van leerlingen van de Regenboogschool in Aduard. De scholieren nemen deel aan het zogeheten Focke-project, dat hen op een toegankelijke manier wegwijs moet maken in de Middeleeuwen. Daar hoort onder meer een bezoek aan het klooster in Aduard bij. "Ze weten wel dat we niet echt zijn', verklapt broeder Kuno, wiens spijkerbroekbenen onder zijn witte kleed uitsteken. Desalniettemin voelt hij zich redelijk 'echt' in zijn monnikenpij. "Het doet wel iets met j e."

De kinderen zijn onder de indruk. Met ontzag kijken ze naar de monniken om hen heen. Eerst krijgen ze een praatje, dan een rondleiding door het museum en de voormalige ziekenzaal en tot slot een soort zoektocht voorgeschoteld.

Niet alleen schoolkinderen komen overigens naar het klooster in Aduard om zich over het roemruchte verleden te laten voorlichten. Ook gepensioneerde priesters, wetenschappers en schippersverenigingen weten de weg naar Aduard te vinden. Het klooster is zelfs zo populair, dat de afspraken al tot ver in 2003 zijn vastgelegd. De rondleidingen worden gegeven door vrijwilligers. Net zoals de theetuin en het winkeltje worden bediend door vrijwilligers. Ze zijn als het ware verslaafd aan hun werk in het teken van de historie en stoppen er doorgaans veel tijd in.

Broeder Kuno steekt zijn handen in de mouwen van zijn zelfgemaakte habijt. Hij en zijn collega's zijn vrijwilliger en dragen het 'uniform' van de Cisterciënzers slechts bij gelegenheid. Nederland telt echter nog kloosters waar echte monniken "via een lange reis naar binnen en gebed, vereniging met God nastreven." In elke geval staat hen een sober leven voor ogen. Zodra broeder Kuno het habijt om zijn schouders heeft, voelt hij zich bijna een van hen worden. Even later staat hij tussen de kinderen en vertelt over de grote betekenis die het Aduarder klooster ooit heeft gehad.

De kinderen blijken niet helemaal onwetend te zijn. Op de scholen is doorgaans al het een en ander over de kloostergeschiedenis verteld. Dat bleek nog eens tijdens een rondje vragen na afloop. "Jullie mogen niet vrijen, hè" vroeg eens zo'n klein brutaal meisje. Broeder Kuno wist een gepast antwoord. "Nee meisje, dat is een kwestie van niet willen.'

(Foto ontbreekt: Vrijwilligers van het Kloostermuseum in Aduard vertellen schoolkinderen over de roemruchte geschiedenis van het dorp.

© Omke Oudeman)

Terug naar inhoudsopgave April