Zonder genade (Nieuwsblad van het Noorden, zaterdag 9 februari 2002)
Waarom moest Renate Dorrestein het dorpje Aduard in haar laatste roman Zonder Genade nu zo verschrikkelijk naargeestig, troosteloos, uitgestorven en somber afschilderen? Een oud-Aduarder ui thet Westen van het land maakte zich hier zo druk om dat hij in de pen klom en mevrouw Dorrestein deelgenoot maakte van zijn gevoelens. De brief werd gepubliceerd in de dorpskrant De Heemkakel. 'Had u niet evengoed of beter een dorp kunnen verzinnen?', vroeg hij de schrijfster. En 'Om u over Aduard (zo nodig) wat informatie te verschaffen gaat hierbij een exemplaar van het maandblad De Heemkakel, een woordspeling op 'Kaakheem', het plaatselijke pleintje waar ooit onwelgevallig volk door de moreel hoogstaande dorpeling kon worden gemaltraineerd.'
De schrijfster schreef terug en weer kon heel Aduard meegenieten via de Heemkakel. Ze legt uit dat ze tijdens een weekendje in herberg Onder de Linden op het idee is gekomen voor haar boek. Ze zag tijdens een wandelingetje na het eten een paar jongelui op de brug over het kanaal zitten die er nogal intimiderend uitzagen. "In een flits zag ik op hetzelfde moment voor me hoe, als je waarneming van de werkelijkheid verstoord is geraakt, zulke kinderen echt een gevaar kunnen lijken, en wat de gevolgen dan zouden kunnen zijn. Kortom ik kreeg daar op de brug de eerste kiem voor 'Zonder Genade' aangereikt. En opnieuw, ezel die ik ben, wilde ik de plek waar deze kiem ontsprong 'eren' door hem te noemen in het boek dat ik uiteindelijk schreef."
Want wat blijkt, ook voor haar roman Ontaarde Moeders koos ze als locatie een bestaande plaats als 'dank' voor het geschenk van inspiratie. Vanuit Sibculo kreeg ze destijds een aantal boze brieven dat de beschreven gruwelen en wandaden nooit in dit dorp zouden hebben kunnen plaatsvinden. "Maar blijkbaar ben ik hardleers..." constateert Dorrestein in de brief waarin ze Aduard overlaadt met excuses.
(kz).