Trappisten op zoek naar eigen verleden in Aduard (Uit: Nieuwsblad van het Noorden, woensdag 12 september 2001)
Aduard - De voormalige Cisterciënzer Sint Bernardus-abdij in Aduard leek de vorige week even tot leven gewekt. Inwoners van het dorp zagen toen tot hun stomme verbazing op gezette tijden een stoet van vijfenveertig monniken en nonnen - allen in habijt - door Aduard trekken. Er was een reden voor hun aanwezigheid: de abdij Koningshoeven bij Tilburg organiseerde dit jaar een bezinningsweek voor monniken en monialen van verschillende Trappistenkloosters in België en Nederland. Aduard speelde er - als dorp met de voormalige Cisterciënzer abdij een belangrijke rol in. Waarmee tegelijkertijd gezegd wil zijn dat de monniken (zelfs van de 'strengste' orde van de Trappisten (Cisterciënzers) van de Strikte Observantie toch wel eens buiten de eigen kloostermuren komen.
'Wij begrepen heel goed dat een bezoek aan Aduard, de plaats van het roemruchte, grote klooster, voor hen van bijzondere betekenis was," zegt voorzitter Davien Vonk van het museumbestuur. Het gezelschap was dan ook diep onder de indruk. Behalve door de geschiedenis van de Aduarder abdij en van de grote sociale, economische en intellectuele invloed die het klooster in de late middeleeuwen in Noord-Nederland heeft uitgeoefend waren de monniken ook geraakt tijdens het bezoek aan de ziekenzaal (nu abdijkerk), het enige overblijfsel van de eens talrijke en monumentale kloostergebouwen. "We hebben hier nog niet vaak zo'n aandachtige én deskundige groep gehad," vertelt vrijwilligster Guusje Wildschut. In het museum stond het gezelschap soms oog in oog met hun eigen historische schatten, die het welwillend in bruikleen heeft afgestaan aan het museum voor de tentoonstelling "Het ware, gezicht van de Heilige Bernardus', de expositie die nog tot 1 november loopt.
Het monumentale pand Kaakheem 4 van de familie Van der haak was voor het bezoek tijdelijk ingericht als 'refter', waar monniken en monalen zich tegoed deden aan salade en eigen gemaakte bonensoep met stokbrood, onder het genot van een glaasje rode wijn. Tijdens het bezoek aan de kerk hielden de broeders en zusters daar een korte Vesperdienst, gewijd aan de Heilige Bernardus met Gregoriaans gezang en een prachtige, heldere voorzang van twee broeders. Tenslotte werden er ook complimenten uitgedeeld aan wat bestuur en vrijwilligers allemaal er aan doen om de geschiedenis van de Cisterciënzers in herinnering te houden. Er werd als dank voor de ontvangst een fles wijn van eigen fabrikaat aangeboden. Voor de kloosterlingen werd het een bezoek dat zeer de moeite waard was. "We zijn echt even thuis geweest", was een van de opmerkingen die bij het afscheid viel te beluisteren.
Het bezoek aan de provincie Groningen werd afgesloten met een bezoek aan het kerkje in Fransum. Op verzoek van de monniken werd vooraf geen ruchtbaarheid aan het bezoek gegeven en werd ook de aanwezigheid van autoriteiten of pers niet op prijs gesteld.
(Foto ontbreekt: De kloosterlingen en monialen op hun wens onherkenbaar gefotografeerd tijdens het bezoek aan Aduard)