In Aduard keert de drafsport weer terug naar de basis

(Uit: Nieuwsblad van het Noorden, dinsdag 6 juni 2000)

Van onze sportredacteur
JOB VAN SCHAIK

ADUARD - Volgende week woensdag om half vijf 's middags gaat er voor het eerst sinds zestien jaar weer een koers van start op de drafbaan van Aduard. De Stichting Drafsport Aduard-Zuidhorn is druk bezig met het regelen van de laatste zaken rond deze feestelijke gebeurtenis. Maar eigenlijk kunnen alleen de weergoden nog roet in het eten gooien. "Als we maar niet zulk weer hebben als vandaag", zei voorzitter Tjerk Dijkstra gistermiddag tijdens een persconferentie waarin de stand van zaken uit de doeken werd gedaan.

Er staan volgende week tien koersen op het programma in Aduard, waarbij maximaal twaalf paarden per koers aan de start kunnen verschijnen. Volgens paardentrainer Arend de Wrede zijn tij den van rond de 1.21 mogelijk op de grasbaan van Aduard. "De bochten liggen er goed in. Maar het moet niet teveel regenen." Er wordt een breed programma gekoerst, met ook een stayerskoers over 2800 meter en een amateurskoers. Vandaag is de inschrijving begonnen en de voortekenen zijn positief. Bij de NDR is zelfs vanuit Duitsland at geïnformeerd naar de weg naar Aduard. Het prijzengeld bedraagt 30.000 gulden.

"Banen als Aduard vormen de bakermat van de drafsport", aldus draftrainer Arend de Wrede uit Ureterp, die als rijder in 1961 zijn eerste koers won op Aduard (met Zucarello V). "Het is in de paardensport net als in bet voetbal: je hebt een eredivisie, een eerste divisie en amateurs. Banen zoals Wolvega en Duindigt zijn eredivisie, Groningen eerste divisie, en Aduard behoort tot de amateurs. Banen als die van Aduard, Joure en Emmeloord vormen de basis van de drafsport. Want net als in het voetbal heb je veel meer amateurpaarden dan ere- en eerste divisie-paarden."

Omdat in de jaren '80 veel van de kleine banen moesten sluiten, werd die basis behoorlijk wankel. Er bleef alleen nog een eredivisie en eerste divisie over, waardoor de minder goede paarden zich op de topbanen kapot liepen of weer in de wei belandden. Het gevolg: veel minder koerspaarden. De Wrede: "De kleine banen zijn het bestaansrecht van de paarden die Wolvega en Groningen niet halen. Niet alle paarden kunnen 1.16 of 1.17 lopen. Er is een tekort aan koerspaarden ontstaan doordat veel paarden afgebrand zijn omdat ze op de topbanen beter moesten presteren dan ze konden. Daardoor zijn er veel te veel afvallers en daarom hebben we ook geen toppaarden meer in Nederland."

Dieper

"Paarden kunnen rustig twee keer per week op een kleine baan starten, tegen één keer per twee weken op Wolvega. Daar moeten ze veel dieper gaan. Ik heb ook meer paarden voor deze baan, dan voor Wolvega. Er is behoefte aan banen als Aduard. En het is ook heel normaal, dat er zulke banen zijn. In Noord-Duitsland zijn er wel 15, 20 kleine drafbanen waar één keer per jaar gekoerst wordt. Dat zijn echte familie-uitjes waar soms wel 20.000 mensen op af komen."

Anko Mekkes van de overkoepelende organisatie Nederlandse Draf- en Rensport (NDR) onderschrijft De Vrede's visie. "Het beleid van de NDR is er nu op gericht om de kleine drafbanen in stand te houden en weer in gebruik te nemen. In de jaren '80 zijn veel van deze banen uit financiële overwegingen gesaneerd. De gevolgen waren echter veel groter dan destijds was ingeschat: er was geen basis meer. De basis moet nu weer verbreed worden, dan krijg je op den duur ook weer meer koerspaarden. De betrokkenheid van het publiek, de eigenaren en de fokkers is bij kleine banen veel groter. Vroeger zaten er dan ook veel fokkers en eigenaars rond dit soort banen. Met het verdwijnen van de kleine banen zijn zij ook verdwenen."

Eenrum

Inmiddels heeft ook de gemeente Eenrum al een verzoek ingediend bij de NDR voor terugkeer op de drafkalender. Of die aanvraag gehonoreerd wordt, is mede afhankelijik van het succes van de draverijen op Aduard.

(Foto ontbreekt: Arend de Wrede)

Terug naar Aduard in het Nieuws